Subcategorie aansluitingen
De subcategorie “Aansluitingen” valt onder de categorie “Elektriciteit” van de Cursus Camper Bouwen. Meer achtergrondinformatie is te zien in de categorie “Elektriciteit“.
Bovendien is het belangrijk om te benadrukken dat wanneer er zelf wordt begonnen met het bouwen van een camper, dit geheel op eigen risico is. Ondanks alle inspanningen bestaat de mogelijkheid dat er fouten optreden. Hiervoor kan geen enkele aanspraak of recht worden ontleend of geclaimd bij Sajenn.
Sajenn heeft deze cursus voor een groot deel gratis aangeboden om zijn expertise met jullie te delen. Desondanks vragen we vriendelijk om een donatie te overwegen. De creatie van deze cursus heeft aanzienlijke kosten met zich meegebracht, die niet uit het niets verschijnen. Daarnaast stellen donaties ons in staat om de cursus in de toekomst te onderhouden en te updaten.
Inhoud:
- 230 Volt zekeringenkast aansluiten
- 12 Volt zekeringshouder aansluiten
- Min aansluiting
- Buitenaansluiting maken
- 230 Volt en usb stopcontact plaatsen
- Hoofdschakelaar 12 Volt plaatsen
- Aansluiten dynamo aan huishoudaccu
- Aansluiten huishoudaccu
- Accubewaker plaatsen en aansluiten
- Laad Omvormer of Battery Combiner aansluiten
- Aansluiten acculader
- Aansluiten omvormer
- Omschakelautomaat of wisselschakelaar voor 230 Volt
- Isolatiebewaker
- Zonnepanelen plaatsen en aansluiten
- Bedieningspaneel met weergavemeters
- Programmeren
230 Volt zekeringenkast aansluiten
Voor de 230 Volt in je camper is het goed om een zekeringenkast te plaatsen voor de veiligheid. Een goede zekeringenkast heeft minimaal één aardlekschakelaar en één zekering. De zekeringenkast wordt dan ook meteen na de buitenaansluiting voor 230 Volt geplaatst en één extra na de omvormer als dat nodig is (omdat goedkope omvormers niet beveiligd kunnen zijn).
Zie in onderstaande video hoe een zekeringenkast voor 230 Volt wordt aangesloten:
12 Volt zekeringshouder aansluiten
Bij de veiligheid van 12 Volt worden ook zekeringen toegepast met een zekeringenhouder. Hierbij is het goed om meerdere zekeringen te gebruiken voor de verschillende 12 Volt toepassingen. Bijvoorbeeld voor alle lampen één, de koelkast één, de waterpomp één en de standkachel één. Je hebt hiervoor verschillende grote en type zekeringen waarvan de kleine steekzekeringen het meest voorkomen die vaak ook nog eens met meerdere zekeringen in een zekeringshouder kunnen zitten.
Voor de 12 Volt zelf hoeft alleen de plus van de stroom door de zekeringshouder te worden geleid en de minstroom kan via een koppelblok gewoon meteen terug naar bijvoorbeeld de accu. De aansluiting van de pluspolen aan de zekeringshouder gebeurt meestal met de kabelschoentjes.
Het kan voorkomen dat er meerdere stroomafnemers op een zekering zitten, zoals bijvoorbeeld bij de lampjes. Het is dan goed om de maximale zekeringswaarde af te stemmen op wat twee keer de dunste draad aankan als er meerdere draden op een zekering zijn aangesloten (maximaal 3).
Bovendien is het goed om rekening te houden dat de klemmen in een zekeringshouder gemaakt zijn van bi-metaal. Dit metaal zorgt er namelijk voor dat als het metaal warm wordt door hogere stromen dat de klemming op de zekering harder wordt. Goedkope zekeringshouders hebben dit meestal niet en wordt de klemming juist minder naar de zekering toe. Hierdoor is de kans groter dat de zekeringshouder ook smelt met de zekering en de zekeringshouder daarna onbruikbaar wordt.
Voor bijvoorbeeld een hoofdzekering net na de accu is een kleine steekzekering meestal te zwak. Daarom zijn er ook grote steekzekeringen verkrijgbaar (Maxi zekering) en voor nog zwaardere toepassingen de Mega zekeringen. Voor beide zekeringen is dan ook weer een aparte zekeringshouder nodig.
Min aansluiting
De 12 Volt bedrading die wordt aangelegd in de camper voor bijvoorbeeld de lampjes en de koelkast is twee aderig. Bij de twee aderige draden heb je altijd een plus en een min, deze komen beide uit de zekeringenkast en zijn in principe niet aangesloten op het elektrisch stroomnetwerk van het voertuig. Omdat de min aansluiting niet hoeft te worden gezekerd, wordt er gebruik gemaakt van een minblok (ook wel busbar of massablok genoemd) om alle minkabels aan elkaar te verbinden.
Overigens wordt er doorgaans gebruik gemaakt van de laadstroom van de dynamo voor de huishoudaccu en is er een minpool aansluiting nodig op het voertuig. Hiervoor is het niet nodig om een minkabel naar de startaccu te trekken, daarvoor kan er gebruikt worden gemaakt van de metalen body (de minpool van het voertuigen).
Dit kan door een gat in de metalen body te boren, daaromheen de lak verwijderen en er een zink-nikkel bout in vast te maken. Dan wordt op de bout de minpool aangesloten.
Buitenaansluiting maken
Om stroom van buitenaf aan te kunnen sluiten is een buitenaansluiting handig. Deze buitenaansluiting wordt meestal in de buitenwand van de camper geplaatst aan de zijde waar je met kamperen niet in en uitloopt. Hoe een buitenaansluiting wordt aangesloten en in de wand gemaakt zie je in onderstaande video:
230 Volt en usb stopcontact plaatsen
Vooraf wordt bepaald waar het fijn is om stopcontacten te hebben, hiervoor is het goed om te weten hoe je deze aansluit. Voor ieder 230 Volt stopcontact wordt er een kabel vanuit de zekeringenkast getrokken en voor elk 12 Volt usb stopcontact is er een 12 Volt kabel vanuit de zekeringenkast getrokken. Hoe je deze dan precies aansluit en plaatst, zie je in onderstaande video:
Hoofdschakelaar 12 Volt plaatsen
Het is mogelijk om vanuit de huishoudaccu een 12 Volt pluspool hoofdschakelaar te plaatsen. Meestal wordt hier geen gebruik van gemaakt omdat je ook de pluspool van de accu los kunt halen. Vind je het toch makkelijker om een hoofdschakelaar te gebruiken dan plaats je deze eenvoudig net na de accu en sluit je die aan met de zwaardere kabelschoentjes.
Aansluiten dynamo aan huishoudaccu
Om stroom te krijgen vanuit de dynamo naar de huishoudaccu moet hier een elektriciteitskabel voor worden neergelegd. Voor de kabel is alleen een pluskabel van minimaal 10 mm2 nodig die wordt aangesloten op de pluspool van de startaccu, de minpool gaat via de metalen carrosserie. Voor de veiligheid wordt hier een zekering tussengeplaatst. Daarna wordt doorgaans de kabel van voorin helemaal door naar achter toe doorgetrokken.
Om precies te weten welke zekering nodig is en welke draaddiameter, wordt er gekeken naar de maximale laadstroom voor de huishoudaccu met daarbij opgeteld de eventuele extra gebruikers die aanstaan of wat de dynamo maximaal kan leveren.
De maximale laadstroom van de huishoudaccu is afhankelijk van hoe leeg de accu is, hoe leger de accu, hoe lager de inwendige weerstand en hoe hoger de accu aan laadspanning vraagt. De maximale ontlading van een accu is doorgaans:
- 20 % bij een normale startaccu
- 70 % bij een AGM accu
- 80 % bij een gel accu
- 95 % bij een lithium accu
De lithiumaccu’s hebben als voordeel dat door het inwendige Battery Management System de accu wordt uitgeschakeld als deze de maximale ontlading bereikt. Hierdoor wordt schade aan de accu voorkomen doordat deze niet verder kan worden leeg getrokken.
Voor de eventuele extra gebruikers komt er nog eens 15 tot 25% bij. Dat betekent bij een 100 Ampère-uur AGM-accu het ongeveer 90 Ampère is. Deze hoge stroomsterkte kan gezien worden als een piekstroom omdat een huishoudaccu doorgaans niet snel wordt leeg getrokken en bij het laden van de accu het begin snel gaat waardoor de laadstroom vrij snel afneemt. Met de 90 % piek stroom regel op de zekering kom dat uit op een zekering van 100 Ampère.
Dan moet er nog rekeningen worden gehouden dat de meeste dynamo’s in campers en bussen maximaal tussen de 100 en 150 Ampère leveren. Daarvan gebruikt minimaal de startaccu en de overige elektra voor het rijden ongeveer 20 % van de dynamo. Hierdoor blijft er ongeveer 100 Ampère over bij een 120 Ampère dynamo. Dat betekent dat als er een zwaardere huishoudaccu wordt gebruikt de dynamo niet meer levert dan de dynamo kan opbrengen. Dit komt omdat een dynamo levert wat hij kan. Zo kan een dynamo in principe vanuit het perspectief elektriciteit ook nooit worden overbelast, wel gaat de levensduur sneller achteruitgaan als de dynamo continu zijn volle vermogen moet leveren. Dit komt omdat als een dynamo voor een langere tijd vol vermogen moet leveren, de dynamo warm wordt waardoor de mechanische onderdelen sneller slijten en uiteindelijk de dynamo eerder kapot gaat.
Bovendien levert een dynamo nooit het volle vermogen, dit is afhankelijk van het toerental, de omgevingstemperatuur en de spanning. Het komt er uiteindelijk op neer dat als er een zwaardere huishoudaccu wordt gebruikt dan de dynamo aan stroom kan leveren, de dikte van de elektriciteitsdraad en de zekering vanuit de dynamo wordt afgestemd op wat de dynamo maximaal kan leveren.
Voor een extra beveiliging om te zorgen dat de dynamo niet te zwaar belast wordt, wordt de dikte van de kabel zodanig bepaald dat deze als een weerstand fungeert. Bij een dynamo van 120 Ampère, kan deze doorgaans maar tussen de 40 en 60 Ampère leveren aan de huishoudaccu. De draaddikte wordt dan bepaald aan de hand van de lengte heen en terug (ook al gaat de min via de carrosserie). Met een maximale spanningsval van 1 Volt en een kabel lengte van 3 tot 6 meter komt dat neer op een draaddikte van 16 mm2 en Maxi zekering van 80 Ampère met een Maxi zekeringhouder.
Wordt er een hele grote huishoudaccu toegepast, dan is het misschien beter om te overwegen om op de motor een zwaardere dynamo te plaatsen. Dit om te voorkomen dat de huidige dynamo te lang te zwaar wordt belast en dus sneller kapot gaat. Want je wil natuurlijk niet onderweg stil komen te staan met een kapotte dynamo.
Aansluiten huishoudaccu
Het aansluiten van een huishoudaccu kan op meerdere manieren gebeuren. Dit heeft voornamelijk te maken met de aansluiting op de accu zelf. Er zijn cilindrische knobbels als aansluitpolen waarbij gebruik wordt gemaakt van een accuklem en er zijn inwendige schroefdraadpolen waarbij gebruik wordt gemaakt van een boutje en zware kabelschoen. Voor beide manieren is het goed om te kiezen dat de aansluitingen worden afgedekt met een beschermkap. Betreft de dikte voor de kabel wordt er gekeken naar alle verbruikers die bij elkaar worden opgeteld plus nog een extra marge van tussen de 15 en 20 %. De maximale opgetelde stroom mag hierbij nooit meer zijn dat de accu zelf aan kan.
Accubewaker plaatsen en aansluiten
De meeste accu’s kunnen helemaal leeg worden getrokken totdat er geen spanning meer in de accu zit. Dit is erg slecht voor een accu. Accu’s kunnen maar tot een bepaald percentage worden ontladen zonder schade op te lopen, wordt de accu verder ontladen dan raakt de accu beschadigd en wordt de levensduur korter. Om te voorkomen dat de huishoudaccu te veel wordt ontladen, kan er een accubewaker worden geplaatst voor de niet essentiële verbruikers. De accubewaker wordt ingesteld tot hoe ver de accu mag worden ontladen en schakelt uit wanneer deze onder de ingestelde waarde komt.
Aangezien de meeste accubewakers tot rond de 30 Ampère aankunnen, moet alsnog de omvormer langs de accubewaker af worden geplaatst. Op de accubewaker kunnen wel de koelkast, waterpomp en overige 12 Volt niet essentiële verbruikers op aan worden gesloten.
Dit is niet erg omdat de omvormer doorgaans niet continu wordt gebruikt, bijvoorbeeld de koelkast wel. Daarbij wordt snel opgemerkt dat niet essentiële verbruikers het niet meer doen waardoor er actie moet worden ondernomen. Ook kan de accubewaker een alarm af laten gaan nadat de spanning onder de ingestelde waarde komt.
Laad Omvormer of Battery Combiner aansluiten
Heb je een normale dynamo, slimme dynamo of start stop systeem. Bij een slimme dynamo en een start stop systeem is een laad omvormer (ook laadbooster genoemd) nodig terwijl anders een battery combiner voldoende is. Weet je het niet zeker of er een slimme dynamo is, vanaf Euro 5 motoren kan er een slimme dynamo op zitten, je plaatst dan om zeker te zijn een laad omvormer.
Om te weten of er een slimme dynamo is, wordt er gekeken op de minpool van de startaccu.
Als er een slimme dynamo aanwezig is dan zit er op de minpool een sensor. Zie de afbeelding met een groene pijl die wijst naar de sensor.
Voor de battery combiner is er de Cyrix-ct van Victron (ongeschikt voor lithiumaccu’s). Gewoonlijk is het type 12/24-120 meer dan voldoende, omdat een huishoudaccu meestal niet meer dan 50 à 70 Ampère accepteert en de dynamo past de stroomsterkte daarop aan. Op de Cyrix-ct zit ook nog een aansluiting voor start assistent, dit wordt afgeraden te gebruiken omdat de huishoudaccu meestal niet geschikt is voor de hoge start stroom van de startmotor, daarbij is de bedrading er ook niet geschikt voor.
Heb je dus een slimme dynamo, start stop systeem of lithiumaccu, dan is er een laadomvormer nodig. De laadomvormer pakt de stroom van de startaccu af als er gereden wordt / de motor aanstaat en transformeert deze naar de juiste laadspanning voor de huishoudaccu. Zo zijn er laadomvormers van verschillende vermogens, het is dan ook even kijken welke van toepassing is. Bovendien zijn er laadomvormers waarbij de in- en uitgang volledig zijn gescheiden, dit betekent dat het een geïsoleerde laadomvormer is.
Omdat de laadomvormers doorgaans programmeerbaar zijn, zijn ze voor de meeste soort accu’s geschikt om te gebruiken, dus ook voor de lithiumaccu’s. Het is goed om vooraf de handleiding door te lezen of de laadomvormer voor de huishoudaccu geschikt is en hoe deze moet worden geprogrammeerd.
Het aansluiten van de laadomvormer lijkt veel op die van de battery combiner, dus moeilijk is het niet. Zie het aansluitschema hieronder voor een niet geïsoleerde laadomvormer:
Aansluiten acculader
Vanuit de 230 Volt buitenaansluiting is het slim om een acculader te plaatsen. Zodra er dan 230 Volt van buitenaf komt, meteen de huishoudaccu wordt opgeladen. Dit kan eenvoudig door de juiste acculader voor de toegepaste huishoudaccu te plaatsen. De ingaande 230 Volt stroom komt van de zekeringenkast die op de buitenaansluiting is aangesloten en de 12 Volt kabels gaan naar de huishoudaccu toe.
Voor de oplader is het goed om te kijken dat deze automatisch afslaat en in druppelmodus gaat als de accu vol zit. Gebeurd dat niet, dan is de kans groot dat de accu wordt overladen waardoor er kans is dat deze in brand vliegt.
De aanbeveling (op uitzondering van Lithiumaccu’s) voor de laadcapaciteit van de acculader is doorgaans 10 % van de accucapaciteit. Dit mag maximaal 20 % zijn om overladen te voorkomen en minimaal 7 % om de accu op te kunnen laden. Voor een 100Ah accu betekent dat het beste is om een 10 Ampère acculader te gebruiken (Minimaal 7 Ampère en maximaal 20 Ampère).
Aansluiten omvormer
Bij het aansluiten van een omvormer, is het opletten of er een goedkope omvormer zonder beveiliging wordt gebruikt maar ook hoeveel stopcontacten en apparaten eraan komen. Bij een onbeveiligde omvormer mag en kan er één stopcontact of één apparaat op. Bij meerder stopcontacten en apparaten op een onbeveiligde omvormer wordt er een zekeringenkast met aardlekschakelaar tussen geplaatst.
Bij een beveiligde omvormer kan er ook een extra zekeringenkast met aardlekschakelaar tussen worden geplaatst, alleen is dit niet nodig
Omdat de omvormer de elektriciteit van een gelijkspanning naar een wisselspanning moet omvormen, moet de omvormer zelf de wisselspanning genereren. Zo zijn er omvormers die een gemodificeerde sinusgolf en een zuivere sinusgolf genereren (die doorgaans duurder zijn). Een gemodificeerde sinusgolf bestaat uit een trapsgewijze golf, veel 230 Volt apparaten kunnen daarmee niet overweg en gaan daardoor kapot. Het is dan ook goed om te bepalen als er een omvormer wordt geplaatst welke apparaten eraan komen en/of deze tegen een gemodificeerde sinusgolf kunnen of niet.
Dan zijn er drie opties om te schakelen tussen de 230 Volt van de omvormer en de buitenaansluiting.
- Je kunt het eenvoudig houden door stopcontacten te plaatsen die direct met de buitenaansluiting in verbinding staan en stopcontacten die in verbinding staan met de omvormer. Dit betekent dat als je van de omvormer naar de buitenaansluiting wil switchen dat de stekker van de te gebruiken apparaten in een ander stopcontact moet worden geplaatst.
- De tweede optie is om een omschakelautomaat of wisselschakelaar te gebruiken, zie hiervoor: Omschakelautomaat of wisselschakelaar voor 230 Volt.
- De derde optie is om een omvormer te gebruiken die zelf kan switchen tussen de stroom van de buitenaansluiting of de accu. Bovendien kan dit nog worden uitgebreid met een optie dat als er te weinig stroom van de buitenaansluiting komt, de acculader ook stroom gebruikt van de accu. De laatste optie kan handig zijn voor bijvoorbeeld een elektrische oventje.
Omschakelautomaat of wisselschakelaar voor 230 Volt
Er kan worden gekozen om de 230 Volt van de omvormer en de buitenaansluiting gescheiden te houden door het ene stopcontact op de buitenaansluiting aan te sluiten en een ander stopcontact op de omvormer.
Toch kan er met een omschakelautomaat of wisselschakelaar voor worden gezorgd, dat zodra er stroom op de buitenaansluiting komt te staan, het gehele 230 Volt netwerk handmatig of met een omschakelautomaat meteen wordt omgeschakeld van de omvormer naar de buitenaansluiting. De omschakelautomaat is in principe niets anders dan een relais die zorgt voor de omschakeling.
De omschakelautomaat heeft doorgaans 3 aansluitingen, één voor de omvormer, één voor de buitenaansluiting en één voor de gebruikers. Bij een wisselschakelaar is dit doorgaans ook hetzelfde.
Daarbij mogen de aangesloten gebruikers bij elkaar maximaal een vermogen gebruiken dat overeenkomt met wat de omschakelautomaat, wisselschakelaar of omvormer aan kan. Bijvoorbeeld een elektrische oven wordt hierbij meestal niet op de omschakelautomaat aangesloten omdat de omvormer niet sterk genoeg is. De oven wordt dan direct verbonden met de buitenaansluiting.
Een groot voordeel van de omschakelautomaat is dat deze vrij snel kan schakelen waardoor bijna niet kan worden opgemerkt dat er geschakeld wordt en blijven de meeste 230 volt apparaten gewoon hun werk doen.
Een groot voordeel van een wisselschakelaar is wel dat er zelf gekozen kan worden om stroom van de buitenaansluiting of van de omvormer te gebruiken. Dit kan met name handig zijn als de maximale stroom van de buitenaansluiting minder is dan de omvormer kan leveren.
Isolatiebewaker
Indien een 230 volt wisselstroomopwekker gebruikt wordt (omvormer of aggregaat) en buiten de camper wordt de stroom gebruikt dan is het goed om alleen met dubbelgeïsoleerde stroomafnemers te werken of er is een isolatiebewaker aanwezig. Dit is niet verplicht voor een camper, maar wel aan te raden voor de veiligheid (NEN 1010). Dit heeft te maken omdat een camper op rubber banden staat en de wisselstroomopwekker geen aarde heeft tenzij er iedere keer een aardpen in de grond wordt geslagen (niet een handige optie).
Een isolatiebewaker zorgt met een bepaalde meting ervoor dat de stroom wordt uitgeschakeld bij een lekstroom naar de aarde toe indien de meeting buiten een vooraf ingestelde waarde valt. In campers komen deze isolatiebewakers alleen niet veel voor omdat het niet verplicht is en doorgaans alleen 230 Volt stroom wordt gebruikt in de camper. Wordt er toch buiten de camper 230 Volt stroom gebruikt dan kan dit doorgaans zijn op bijvoorbeeld een camping waarbij de camper al op de stroom van buitenaf is aangesloten en dus een aarde heeft. Wordt er toch 230 Volt stroom buiten de camper gebruikt zonder aarde, dan is het goed om alleen dubbelgeïsoleerde stroomafnemers te gebruiken, anders is het goed om een isolatiebewaker te installeren die alleen wel vrij prijzig kunnen zijn.
Zonnepanelen plaatsen en aansluiten
Lees meer achtergrondinformatie op Zonnepanelen voor op een camper. Hieruit komt voort dat er twee type zonnepanelen zijn om op het dak te instaleren, één in een frame en één als een mat.
Het zonnepaneel in het frame kan op het dak van de camper worden geplaatst door middel van aluminiumprofielen. Hierbij is het goed opletten of er een vlak dak is of een gekromd dak, aangezien hiervoor de juiste hoogte van aluminiumprofielen nodig is. Daarnaast kunnen de aluminiumprofielen op twee manieren op het dak worden vast gemaakt. Manier één is door de aluminiumprofielen vast te lijmen met een montagekit die geschikt is voor buiten op het dak en te zorgen dat iedere aluminiumprofiel met twee rvs-bouten door de dakplaat wordt vastgezet. Aan de binnenzijde wordt een grote carrosseriering toegepast en om de verbinding waterdicht te krijgen wordt er montagekit of afdichtingskit tussen gedaan.
Bij manier twee worden de aluminiumprofielen op bestaande montage punten op het dak vastgezet. Deze montage punten kunnen er zitten voor eventueel een Imperial die op het dak kan worden geplaatst. De verbinding gebeurd met rvs-bouten en moeren.
Voor de zonnepanelen die in een mat-vorm zijn, kunnen deze op het dak worden geplakt/ gelijmd. Doorgaans is alleen het dak van ribbels voorzien en als de ruimte tussen de ribbels te groot is dan moet dit worden opgevuld met kunststof vullatten die op het dak worden gelijmd. Als dat nog niet voldoende is, wordt er een kunststofplaat over de ribbels gelijmd om een vlakke ondergrond te creëren. Voor dunne film zonnepanelen is een vlakke kunststofplaat niet altijd nodig, voor een silicium zonnepaneel wel omdat deze erg breekbaar zijn.
Bovendien wordt er rondom het zonnepaneel gezorgd dat deze waterdicht is gemaakt met een afdichtingskit zodat er geen water onder het zonnepaneel kan komen.
Om de elektriciteitsdraden van het zonnepaneel door het dak te voeren, is er een speciale aansluitdoos die op het dak wordt geplaatst. Hoe dit wordt gedaan zie je in onderstaande video:
Het kan voorkomen dat de elektriciteitsdraden van het zonnepaneel niet lang genoeg zijn om door het dak naar binnen te gaan. Er zijn dan ook speciale MC4 buitenstekkers voor zonnepanelen om de elektriciteitsdraden op het dak te verlengen. Deze stekkers zijn alleen los op een elektriciteitskabel te zetten met een speciale MC4 knijptang. Gelukkig zijn er ook losse elektriciteitskabels verkrijgbaar met de MC4 stekkers er al aan. Van deze elektriciteitskabels kan de stekker aan een uiteinde er dan vanaf worden geknipt om die door het dak naar binnen te halen. Bovendien, let in beide gevallen op dat de elektriciteitskabel geschikt is voor buiten in zonlicht. Dit komt omdat het zonlicht de isolatie van een elektriciteitskabel kan aantasten, hierdoor kan de isolatie gaan afbrokkelen in de loop van de tijd.
Uiteindelijk moet de elektriciteit die door de zonnepanelen wordt opgewekt in de accu terecht komen. Dit gebeurt gewoonlijk met een MPPT-laadregelaar. Er wordt uitgerekend hoeveel de zonnepanelen kunnen opbrengen en daar wordt een bijpassende MPPT-laadregelaar voor gekozen. Houdt hierbij rekening dat doorgaans de spanning van de zonnepanelen minimaal 5 Volt hoger moet liggen dan de accuspanning voor een MPPT-laadregelaar.
Omdat de zonnepanelen door weersomstandigheden niet altijd hoge spanningen kunnen leveren, wordt de spanning bij meerdere zonnepanelen zo veel mogelijk verhoogd door deze in serie te schakelen tot de maximale spanning die de MPPT-laadregelaar aankan.
De laadregelaar is vervolgens vrij eenvoudig aan te sluiten. Zie hiervoor het naast gelegen schema.
Als extra tip bij het plaatsen van meerdere zonnepanelen kan het beter zijn om meerdere laadomvormers te gebruiken dan één. Waarom? De regel bij zonnepanelen is dat de zonnepanelen net zo goed werken als de slechtste zonnepaneel cel. Hierdoor maakt het niet uit in welke opstelling dan ook de zonnepanelen zijn aangesloten (parallel of serie). Als het ene zonnepaneel aan de achterzijde ligt en de andere vooraan, kan al snel door schaduw het ene zonnepaneel veel slechter werken dan het ander. Zorg dus dat zonnepanelen die aan elkaar verbonden zijn ook dicht langs elkaar liggen en onder dezelfde hoek staan.
Bedieningspaneel met weergavemeters
Wil je de elektrische installatie uit kunnen zetten en/of zien hoe vol de accu’s en de tanks nog zijn. Dat kan met een bedieningspaneel. Er zijn hiervoor verschillende soorten verkrijgbaar, deze geven de weergaven allemaal iets anders aan. De ene weergave laat maar vier stappen zien en de andere meerdere stappen. Bekijk zelf wat je handig vindt.
Hier wordt het Votronic bedieningspaneel verder behandeld. Op het paneel kunnen 3 tankmeters worden aangesloten. Vanuit het bedieningspaneel is er één plus voor de tankmeters en één aansluiting voor de tankmeter signalen, de min van de tankmeters wordt op de min van de camper aangesloten. Vervolgens kan er vanuit de huishoudaccu een accubewaker worden geplaatst waarvan het sensorsignaal op het bedieningspaneel kan worden aangesloten. Dan is er nog een aansluiting voor de pluspool van de startaccu.
Op het bedieningspaneel zitten twee schakelaars, de ene om de gebruikers in te schakelen en de andere om de waterpomp in te schakelen. Echter, zijn de schakelaars doorgaans te zwak voor de hoge belastingen en daarom is het beter om gebruik te maken van relais die een hogere stroomsterkte aankunnen.
In onderstaande schema is te zien hoe de Votronic bedieningspaneel wordt aangesloten met een relais voor de gebruikers en de pomp:
De aansluitingen van de schakelaars zitten onder de printplaat. De relais die toegepast kunnen worden zijn het type met vier of vijf polen, zie hiervoor de afbeelding met de twee verschillende relais types. De relais zijn weer in verschillende vermogens verkrijgbaar, minimaal 30 Ampère bij 12 Volt wordt aangeraden toe te passen.
Een bijkomend voordeel van het gebruik van relais, is dat er geen dikke kabels naar het bedieningspaneel hoeven te lopen. Daardoor kan het bedieningspaneel verder weg van de elektra installatie geplaatst worden.
Programmeren
Het installeren en aansluiten van de elektrische apparaten die nodig zijn voor het elektrasysteem zijn een ding, het andere is dat deze doorgaans ook nog geprogrammeerd moeten worden. Waarom is programmeren nodig? Dit heeft te maken dat bij bijvoorbeeld een laad omvormer deze geschikt is voor meerdere soorten accu’s. Iedere accu heeft een eigen laad manier, wordt de accu verkeerd geladen dan is de kans groot dat deze snel kapot gaat. Om dit dus te voorkomen moeten de apparaten worden geprogrammeerd voor de juiste opstelling. Dit programmeren kan met bestaande knoppen op de apparaten, via een programmeerkabel of via bleutooth.
Bij sommige apparaten is het weer lastig of zijn er minimale programeer functies met de knoppen in te stellen. Er is dan een programmeerkabel nodig voor het juist programmeren. Om dit te omzeilen is een bleutooth functie handiger, omdat het programmeren dan gewoon met een smartphone en de benodigde app kan worden gedaan. Ondanks dat een bleutooth functie meer kost, kan dit alsnog voordeliger zijn dan een programmeerkabel kopen.
Wordt er toch gekozen om een programmeerkabel te kopen, let dan op welke nodig is. Hier wordt ingegaan op de Victron programmeerkabels. Alleen zoals bij de meeste apparaten worden door de tijd de stekkeraansluitingen en/of de programmeertaal verandert, ook bij Victron is dit gebeurt. Daarnaast hebben ze ook nog een aparte aansluiting voor bepaalde apparaten. Met andere woorden zijn er drie programmeerkabels voor Victron. De oude MK2 VE.Bus naar USB voor de wat oudere Victron apparaten, de MK3 VE.Bus naar USB voor de nieuwere apparaten en de VE.Direct naar USB voor de apparaten die een VE.Direct aansluiting hebben. Zoek dus van te voren goed uit welke programmeerkabel nodig is. Daarnaast is een computer nodig met USB aansluiting, moet vooraf de nodige Victron software geïnstalleerd zijn en is een UTP-kabel nodig voor de MK2 en de MK3 programmeerkabel. Voor het programmeren zelf, lees hiervoor en gebruik goed de handleiding van het betreffende apparaat.
Deze pagina bevat Affiliate Links. Als je via deze uitgaande links iets koopt ontvangt Sajenn daar een kleine commissie over. De prijs die jij betaalt verandert niet. Op deze manier kan de website onderhouden worden.
Geef een reactie