Subcategorie (gas) eisen, normen en keurmerken
De subcategorie “(gas) eisen, normen en keurmerken” valt onder de categorie “Gas en verwarming” van de Cursus Camper Bouwen. Meer achtergrondinformatie is te zien in de categorie “Gas en verwarming“.
Bovendien is het belangrijk om te benadrukken dat wanneer er zelf wordt begonnen met het bouwen van een camper, dit geheel op eigen risico is. Ondanks alle inspanningen bestaat de mogelijkheid dat er fouten optreden. Hiervoor kan geen enkele aanspraak of recht worden ontleend of geclaimd bij Sajenn.
Sajenn heeft deze cursus voor een groot deel gratis aangeboden om zijn expertise met jullie te delen. Desondanks vragen we vriendelijk om een donatie te overwegen. De creatie van deze cursus heeft aanzienlijke kosten met zich meegebracht, die niet uit het niets verschijnen. Daarnaast stellen donaties ons in staat om de cursus in de toekomst te onderhouden en te updaten.
De (gas) eisen, normen en keurmerken
Voordat er een gassysteem in de camper wordt geïnstalleerd, moet er kennis zijn vergaard omtrent de regelgeving van gassystemen. Dit ongeacht welke gassoort er wordt gebruikt.
Officieel bestaat er in Nederland geen gaskeurplicht op gassystemen in campers, behalve op gasflessen. Het enige wat wel in de wet is opgenomen is het volgende:
Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen
De norm is van de Nederlandse Wettenbank en ongeveer 17 pagina’s lang. Dit is een algemene norm waarvan de artikelen 4 en 5 in principe alleen van toepassing zijn voor campers. Met de volgende korte punten uit de norm:
- De gasleiding of gasslang tussen het reduceersysteem en de gasverbruiker mag niet langer zijn dan 10 meter
- Gasflessen zijn gescheiden van de verblijfsruimte
- De ruimte waar gasflessen in staan is met de buitenlucht geventileerd.
- Een gastank of gasfles wordt niet meer dan 80% gevuld
Wel hanteren Taxateurs, Verzekeraars en de RDW eigen regels op het keuren van een gasinstallatie. Geheel duidelijk zijn ze doorgaans niet. Zorg daarom dat als er gekozen wordt om de camper te verzekeren, er wordt opgevraagd wat de eisen vanuit de verzekeraar zijn.
Buiten Nederland zijn er andere landen die wel een verplichte gaskeuring hebben / hadden, zoals in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland met hun G607 gaskeuring:
DVGW-Arbeitsblattes G 607. Vloerbare-gasinstallaties in voertuigen
De norm G 607 lijkt veel op de norm EN 1949, overigens is de norm sinds 1 april 2022 vervallen. Wel komt er een nieuwe die meer overeenkomsten heeft met de norm EN 1949.
De norm zelf is een Duitse norm die in Duitsland van toepassing was op inrichten, wijzigen, onderhouden en testen van vloeibaar-gassystemen in wegvoertuigen en aanhangwagens van alle soorten. De keuring diende daarbij iedere twee jaar opnieuw gedaan te worden. In Nederland kan je bij de BOVAG terecht voor de Duitse gaskeuring en mogelijk straks ook voor de nieuwe Duitse gaskeuring.
Zoals bovenstaand te lezen is, is de G607 keuring afgeleid van de EN 1949 norm. Dit is een Europese norm voor gasinstallaties (LPG) in een voertuigen. De industrie zorgt ervoor dat ze aan deze norm voldoen om te zorgen dat bijvoorbeeld de campers in ieder Europees land verkocht kunnen worden. Nederland heeft hierop een eigen praktijk norm gecreëerd. Dit is de norm NPR 2577. Hieronder zijn de belangrijkste punten uit de normen neergezet:
NEN EN 1949:2021. Specificatie voor de installatie van LPG -systemen voor wettelijke doeleinden in vrijetijdsaccommodatievoertuigen en accommodatie in andere voertuigen.
Deze norm is ongeveer 40 pagina’s lang en mag niet zomaar openbaar geplaatst worden. Hieronder wordt daarom alleen ingegaan op een aantal punten. Daarbij is het goed om voor de installatie de norm zelf aan te schaffen.
- Het is een Europese standaard.
- Opgesteld voor LPG-systemen. Daarbij is het ook goed om met het gewone gassysteem hieraan te voldoen.
- Voor de lek test wordt er met een luchtdruk van 150 mbar getest, waarbij de drukvermindering niet meer mag zijn dan 10 mbar bij een volume van 700 cm3.
- Voor een LPG-tank(gasfles) binnen in de camper gelden de volgende richtlijnen:
- De tank bevind zich in een afgesloten ruimte met een ventilatie gat naar buiten, dat maximaal 50 mm boven de vloer is geplaatst.
- Het ventilatie gat heeft een minimale opening van 2% van het vloeroppervlak, met een minimum van 100 cm2. Daarbij mogen de gasflessen / tanks de openingen niet afdekken.
- Bij een tankopslag die van binnenuit toegankelijk is, mogen er maximaal 2 tanks in staan van elk maximaal een capaciteit van 16 kg.
- Er mogen geen elektriciteitsdraden en elektrische apparaten aanwezig zijn in de afgesloten ruimte, behalve laagspanningsgascontroleapparatuur.
- De LPG-tank moet minimaal uitgerust zijn met:
- Een niveau indicator.
- Een overdrukventiel (afvoerventiel).
- Een 80% vulafsluiter.
- Een overstroom ventiel.
- Een handbediende servicekraan direct gemonteerd op de tank.
- Een drukregelaar met een werkdruk van 30 mbar wordt gebruikt, waarbij de maximale gasdoorstroomsnelheid 1,5 kilogram per uur bedraagt.
- Alle koppelingen, verbinden, afsluiters en slangen moeten gemakkelijk toegankelijk zijn.
- Elektriciteitsdraden die in de buurt komen van gasleidingen moeten minimaal 30 mm parallel van de gasleiding af en 10 mm bij een kruispunt worden gelegd.
- Koperen leidingen moeten minimaal om de 500 mm worden vastgezet en alle leidingen en verbindingen moeten beschermd zijn tegen mechanische schade.
- Het gassysteem moet voorzien zijn van een hoofdafsluiter die dicht na de gasfles is geplaatst.
- Koelkasten die op gas werken, moeten voldoen aan EN 732. Ze moeten zo geplaatst zijn dat de luchttoevoer naar de brander van buiten komt en de verbrandingsgassen naar buiten worden afgevoerd.
- Waterverwarmers die op gas werken, moeten van het gesloten type zijn en voldoen aan EN 15033
- Verwarmingen die op gas werken, moeten voldoen aan EN 624. Ze moeten van het gesloten type zijn en zo geplaatst zijn dat gebruikers worden beschermd tegen mogelijke verbrandingen bij contact met hete onderdelen.
NPR 2577:2006 nl. Mobiele verwarmingssystemen – Eisen voor de installatie van LPG-systemen voor gebruik in vrijetijdsvoertuigen, caravans, bakwagens en andere voertuigen.
Deze norm is ongeveer 35 pagina’s lang en mag niet zomaar openbaar geplaatst worden. Hieronder wordt daarom alleen ingegaan op een aantal punten. De norm NPR 2577 is afgeleid van de norm EN 1949, bij onduidelijkheden is de norm EN 1949 altijd leidend. Bovendien is het goed om voor de installatie de norm zelf aan te schaffen.
- Voor installatie, onderhoud en herkeur voor gebruik in vrijetijdsvoertuigen en andere wegvoertuigen.
- Het LPG-systeem is zo gemaakt dat deze de dynamische belasting tijdens normaal gebruik, zelfs wanneer de camper in beweging is, weerstaat.
- Losse LPG flessen worden rechtopstaand vastgezet, zowel boven- als onder.
- Een vaste LPG-tank mag een maximale capaciteit van 150 kilogram aan LPG hebben.
- Indien een LPG-tank met onderdelen aan de onderzijde van de camper zijn bevestigd, moet er een minimale bodemvrijheid van 350 mm zijn. Er kan een afwijking worden toegestaan als de voor- en zijkanten van de LPG-tank beschermd zijn door originele draagdelen. In dit geval mag de tank niet lager zijn dan de dragende delen.
- Voor de LPG-tank aan de onderzijde moet deze bestand zijn tegen een belasting van 20 G in de rijrichting en 8 G naar links en rechts, bij een maximaal voertuiggewicht van 3500 kilogram.
In bovenstaande normen wordt nog verwezen naar andere normen. Twee daarvan zijn hieronder neergezet:
BS EN 15033. Gesloten boilers voor de productie van sanitair warm water met gebruik van LPG voor voertuigen en boten.
Deze norm is ongeveer 60 pagina’s lang, het belangrijke hierbij is dat de gasboiler voldoet aan deze norm. Als er een gasboiler wordt toegepast die voldoet aan deze norm en deze is volgens de regels van de fabrikant geplaatst, dan is dit goed. Het belangrijkste uit de norm is het volgende:
- Gebruik te maken van een waterverwarmer van het type C. Dit houdt in dat de verwarming plaatsvindt in een afzonderlijke ruimte, gezien vanuit de leefruimte.
BS EN 624. Specificatie voor specifieke LPG-toestellen — Ruimteverwarmingsapparatuur op LPG met afgesloten ruimte voor installatie in voertuigen en boten.
Deze norm is ongeveer 60 pagina’s lang, het belangrijke hierbij is dat de gasverwarming voldoet aan deze norm. Als er een gasverwarming wordt toegepast die voldoet aan deze norm en deze is volgens de regels van de fabrikant geplaatst, dan is dit goed.
Bovenstaand aangegeven bij de praktijkrichtlijn NPR 2577, moet een LPG-tank die onder een voertuig wordt gemonteerd een minimale bodemvrijheid van 350 mm hebben. De RDW zelf heeft deze eis op 200 mm gesteld. Omdat de RDW uiteindelijk de gasinstallatie moet goedkeuren, is de norm vanuit de RDW leidend. De RDW heeft zijn normen ook afgeleid van de EN 1949 en NPR 2577. Met het opvallende punt:
- Een LPG-tank met onderdelen aan de onderzijde van de camper, heeft een minimale bodemvrijheid van 200 mm. Hierop mag worden afgeweken indien de voorzijde en zijkanten van de LPG-tank is beschermd door een beschermende constructie.
Bovendien als er een LPG-installatie wordt ingebouwd voor huishoudelijk gebruik, moet dit gescheiden zijn van de LPG installatie die eventueel wordt gebruikt voor het voertuig zelf. Daarbij mag in Nederland alleen LPG bij een tankstation particulier worden getankt voor het voertuig zelf (zie Wettenbank, Activiteitenregeling milieubeheer 5.73). Dus niet voor huishoudelijk gebruik. In sommige ander landen mag dit weer wel tenzij de installatie voor vast is ingebouwd en een buiten vulaansluiting heeft.
Tijdens het rijden van een voertuig moet de gasinstallatie zijn afgesloten. De kraan op de gasfles of tank moet dan dicht zijn. Dit omdat als er een crash met het voertuig is, de gasfles of tank niet zomaar kan leeglopen door een geknapte leiding. Wel mag er gas onder het rijden voor een verwarming worden gebruikt als er een automatische afsluiter net na de gasfles of tank wordt geplaatst. Dit volgens de Europese richtlijnen 2001/56/EG, 2004/78/EG en 2006/119/EG. Deze automatische afsluiter zorgt ervoor dat als er een leiding knapt, de afsluiter automatisch dichtgaat. De volgende afsluiters zijn hiervoor geschikt:
- Truma Duo- of MonoControl CS met crashsensor
- Truma SecuMotion
- Gok Caramatic DriveOne of DriveTwo
- De Crash Protection van Topron
Zo is het dan mogelijk dat de gasinstallatie gebruikt mag worden tijdens het rijden in Europa. Voor voertuigen van voor 2007 blijkt het zo te zijn dat deze regel niet van toepassing is en er dus zonder beveiliging rond mag worden gereden met een gasverwarming aan. Dit blijkt dan weer niet voor in Frankrijk te gelden. Ook al is er dus een veiligheidssysteem in de camper aanwezig, dan mag dus blijkbaar het gassysteem alsnog niet onder het rijden gebruikt worden in Frankrijk.
Een andere vraag die ook gesteld mag worden: is er wel gas nodig onder het rijden? Er kan altijd gebruik worden gemaakt van de voertuigverwarming zelf, koken wordt niet gedaan onder het rijden en een koelkast op gas wordt dan op de 12 Volt gezet.
Als laatste kunnen de volgende korte conclusies gedaan worden:
- Het is altijd goed om aan de bovenstaande normen te voldoen. Zodat ervan uit kan worden gegaan dat de gasinstallatie veilig is.
- Gastoestellen die in de Europese Unie verkocht worden voor in voertuigen moeten al voldoen aan de normen. Als deze toestellen volgens de fabrikant handleiding worden geïnstalleerd, dan kan ervan uit worden gegaan dat het goed is.
- Wordt er gekozen om de camper te verzekeren. Dan is het goed om op te vragen wat de eisen vanuit de verzekeraar zijn. Dit kan nog weleens verschillen.
- Het is goed om iedere twee jaar de gasinstallatie te laten keuren.
- In geval van schade, is een gaskeuring goed voor de verzekeraar. Dit om aan te kunnen tonen dat er niets mis was met de gasinstallatie.
- Als laatste, controleer altijd zelf of er wordt voldaan aan de normen en regels. Sajenn heeft zijn best gedaan om dit zo goed mogelijk te formuleren, toch kunnen er dingen missen of in de loop van de tijd zijn verandert.
Gasmelder en rookmelder
Het is altijd goed om een rookmelder en of gasmelder (koolmonoxidemelder) in een camper te hebben. Dit om ervoor te zorgen dat er op tijd een waarschuwing voor brand en voor te veel koolmonoxide en gas wordt gegeven. Hiervoor kan zelf een huis rook of gas melder worden gebruikt. Aan te raden om te installeren is de 3Gas alarm speciaal voor voertuigen.
De 3Gas alarm detecteert LPG (zowel butaan als propaan), koolmonoxide en verdovende ‘knock-out’ gassen. Het enige nadeel is dat het 3Gas alarm op de 12 Volt moet worden aangesloten, dat betekent dat als er geen 12 Volt meer is deze ook niet meer werkt.
Deze pagina bevat Affiliate Links. Als je via deze uitgaande links iets koopt ontvangt Sajenn daar een kleine commissie over. De prijs die jij betaalt verandert niet. Op deze manier kan de website onderhouden worden.
Geef een reactie